
Nina Åström is een bekende.
Een oude bekende.
Een oude bekende muzikant.
Een oude doorgewinterde muzikant.
Een oude doorgewinterde muzikant en songwriter.
Maar wie is Nina nu echt?
Zwart – wit
Nina Åström is voor velen onder ons een zeer bekende artiest (o.a. eurosongfestival 2000), geroemd om haar consistente sound en rol in de christelijke muziek als de ongekroonde Scandinavische koningin van de christelijke pop. Het is altijd lastig om door de wol geverfde artiesten te interviewen want die vertellen het verhaal dat zij op dat moment kwijt willen. Maar wie is de echte Nina. En is dat wel interessant genoeg om aan het papier toe te vertrouwen? Met die gedachten ga ik het gesprek aan.
Nina woont in Kokola. Een stad in Finland. Nu moet je maar toevallig weten dat dit Zweedstalig gebied is en zij thuis dus Zweeds spreekt. Nina is getrouwd met Bernhard en tevens moeder van een tweeling Wilma & Natalie. Ze is opgeleid als lerares Engels en muziek was niet direct haar eerste keuze. Maar het grootste deel van haar professionele leven heeft ze de kost verdiend met haar muziek en songwriting. Nina voegt daaraan toe; “Maar door dit werk ben je zowel object als subject. Daardoor is je persoonlijke leven erg verbonden met je professionele en ook met je geestelijk leven. Het is als een touw dat met elkaar vervlochten is”
Nina werd Christen toen ze 18 jaar oud was en had toen rigide ideeën over van alles en nog wat. “Je bent jong en je denkt alles te weten in het leven” Dat gold voor haar in het persoonlijke en het geestelijk leven. Maar nu, na 30 jaar, zijn de dingen niet meer zo zwart – wit. “Er zijn zelfs vele dingen waar ik nu geen antwoord meer op heb. Maar er zijn ook zaken die nu veel meer zwart-wit voor me zijn. Zoals genade versus dood. Dat begint steeds meer duidelijk voor me te worden” zegt ze.
“Ik zie dat echt als een soort bevrijding want daardoor zie ik die kleine God van toen als een grote God nu.
Ik denk dat ik meer mezelf ben
Wat me tegenwoordig ook beïnvloed is mijn vrijwilligerswerk in de gevangenissen. Vooral in de gevangenissen in Rusland en het oosten van Finland. Ik noem dat extreme plaatsen. Dat zijn namelijk niet de meest Westerse plaatsen waar je zou willen verblijven. Daar leer ik mezelf wel kennen. Ook wat ik vind van God en van mijn werk. Door die ervaringen zie ik mezelf steeds meer als communicator en muziek maakt daar een onderdeel vanuit”.
Ondanks dat ze aangeeft een communicator te zijn, merk ik dat ze wat ongemakkelijk zoekt naar de juiste woorden. Ik zoek in de vraagstelling en in het gesprek naar de reden van dat ‘ongemakkelijke gevoel’. “Ik zie mezelf als een product van wat ik was –de bekende artiest met alle goede antwoorden- en mijn leven toen als Christen, in tegenstelling tot nu –leven in een gezonde levende relatie met Jezus en mijn ervaringen op moeilijke plaatsen-. Ik denk dat ik meer mezelf ben. Ik wil alle antwoorden wegen om te zien of dat het antwoord is van wie ik nu ben of dat ik de dingen weer doe uit het automatisme van de Nina: de bekende muzikant, van vroeger”.
Ze schrikt een beetje van zichzelf en voegt daaraan toe “Ik denk dat het onze taak is om ons zelf te worden”.
Persoonlijk dienstencentrum
Zowel vroeger als nu doet Nina veel vrijwilligerswerk voor diverse hulporganisaties. Nu zegt ze van zichzelf dat ze graag werkt met mensen die ze kent. “Ik merk dat ik werk met mensen die ik ken en dat, vanuit de relatie, de impact vele male groter is. “Ik werk nu samen” vervolgt ze “met een goede oude vriend die leiding geeft aan de “Friends of the Martyred Church”. Ik ken hem door en door en daardoor weet ik hoe de organisatie in elkaar zit en wat deze precies doet. Als ik daar help heb ik net wat meer impact.”
Ik vraag of ze al deze ervaring nodig heeft voor haar muziek of dat ze wat ze ‘ontvangt’ ook gebruikt in haar muziek. “Ik zie het allemaal als een grote bol waarin alles plaatsvindt en ik zie dat het één gerelateerd is met het andere in wat ik doe. Ik zie dat allemaal niet zo gescheiden. Ook in mijn laatste CD “The Way We Are”, die zo’n zeven maanden geleden is uitgekomen, verwerk ik die ervaringen en wat ik persoonlijk meemaak. Ik zie mezelf dan ook graag als waarnemer en ik denk dat elke goede communicator ook een goede waarnemer moet zijn. En nu met al die ervaring, mijn netwerk van mensen over de hele wereld, met al hun kennis en ervaring, zie ik mijzelf steeds meer als coach, als persoonlijk dienstencentrum, als mentor. Dat vind ik nú helemaal geweldig want ook daar ben ik bezig met communiceren. Maar ook dat zit in die grote bol. Het één staat niet los van het andere in wat ik doe. En zo nu en dan ben ik daardoor in verwachting van al deze ervaringen, die ik dan op CD zet. Die CD is een soort communicatieve bevalling. Geweldig gewoon; al wil ik nu wel eens een jaar of twee wachten voordat het weer zover komt.”
